Verpleegkundige masterstudenten aan het woord

Binnen Rijnstate zijn steeds meer verpleegkundigen bezig met (wetenschappelijk) onderzoek. Hiermee groeit ook de interesse van verpleegkundigen in het volgen van een universitaire mas-ter op het gebied van wetenschap. Deze masterstudenten dra-gen bij aan de wetenschappelijke cultuur onder verpleegkundi-gen door inzichten uit de wetenschap en ervaringen vanuit de verpleegkundige praktijk met elkaar te verbinden. In dit drieluik vertellen Berte, Merel en Lonneke welke toegevoegde waarde een wetenschappelijke master heeft op hun werk.

Berte

Wil je eerst iets over jezelf vertellen?

Ik ben Berte van Zeist, getrouwd en moeder van twee kinderen van drie en vijf jaar oud. Ik werk zo’n acht jaar op de maag-, darm-, en leverafdeling, waarvan nu vijf jaar als regieverpleegkundige. Als regieverpleegkundige heb ik verschillende aandachtsgebieden. In lijn met mijn opleiding verplegingswetenschap, houd ik mij als regieverpleegkundige bezig met Evidence Based Practice (EBP) door bijvoorbeeld zelf literatuuronderzoeken te doen en begeleid ik onderzoeksstudenten op de afdeling. Verder ben ik betrokken bij verschillende projecten om de kwaliteit van zorg te verbeteren, bij-voorbeeld het project Post intensive care syndrome (PICS). Daar doe ik nu ook mijn afstudeeronderzoek over. Daarnaast ben ik lid van de ziekenhuisbrede Journal Club en maak ik onderdeel uit van de VSR-kerngroep Onderzoek en Innovatie.

Waarom ben je de opleiding verplegingswetenschap gaan doen? Al op de hbo-v was mijn interesse in onderzoek geboren. Mijn afstu-deeronderzoek van de hbo-v vond ik het leukst van de gehele oplei-ding. Het hielp ook dat ik een docent had die ons hier in aanmoe-digde, omdat er echt meer verplegingswetenschappers nodig zijn. Daarna ben ik eerst werkervaring op gaan doen en rond gaan kijken wat er allemaal nog meer is. Hierbij heb ik ook over verschillende vervolgopleidingen nagedacht, maar verplegingswetenschap bleef mij altijd het meeste trekken. Toen ik toe was aan een nieuwe uitda-ging, vond ik deze master dus het beste bij mij passen. Ondanks twee kleine kinderen thuis, ben ik gewoon begonnen en ik heb nog geen seconde spijt gehad van die beslissing.

Hoe is je werk veranderd door je opleiding?

Ik heb natuurlijk al veel geleerd over wetenschappelijk onderzoek. De focus gaat echter niet alleen naar wetenschap, maar bijvoor-beeld ook naar beleid en jouw persoonlijke ontwikkeling. Ik zie nu ook veel meer in dat ik hele waardevolle dingen kan toevoegen aan ons vak, doordat ik wetenschappelijk opgeleid ben. Veel verpleeg-kundigen zien EBP toch nog als een ver van hun bed show, ik kan daarom echt de verbinding zijn tussen de praktijk en de weten-schap.

Verder ben ik een kartrekker omtrent EBP op de afdeling. Samen met een collega doe ik literatuuronderzoeken naar klinische vraagstukken. Dit deed ik al, maar nu heb ik nog meer kennis om artikelen goed te beoordelen en heb ik ook geleerd het team mee te nemen bij implementaties.

Concreet ben ik nu bijvoorbeeld al aan de slag met het implemen-teren van de richtlijn rondom het nuchter beleid voor diagnostische onderzoeken op onze afdeling. Deze richtlijn is niet nieuw, maar doordat ik nu de skills heb geleerd hoe we dit systematisch kunnen implementeren, gaan we dat de komende tijd ook echt doen.

Waar ben je verder momenteel mee bezig?

Ik ben momenteel bezig met mijn afstudeeronderzoek, zoals gezegd gaat deze over PICS. Het onderzoek gaat over de langeter-mijngevolgen van een IC-opname, zowel fysiek, mentaal als cogni-tief. En dan specifiek bij MDL-patiënten. Ik onderzoek de klachten tot twee jaar na een IC-opname en welke risicofactoren er zijn voor het ontstaan van PICS. Hiervoor sluit ik aan bij een al lopende studie vanuit het Radboud. Het is belangrijk dat er meer kennis komt bij zorgverleners over PICS, want dit is vaak nog onbekend bij hen. Door meer onderzoek te doen, ook juist naar de specifieke groep MDL-patiënten, kunnen we straks hopelijk gerichtere interventies inzetten.

Waar wil je in de toekomst mee verder?

Ik wil in de toekomst de kwaliteit van zorg nog verder verbeteren, doordat we nog meer evidence-based werken. Het lijkt me heel leuk om in Rijnstate aan de slag te gaan als verpleegkundig onderzoeker, waarbij ik in de praktijk blijf werken als verpleegkundige en weten-schappelijk onderzoek doe. In de toekomst zou ik dan graag ook multidisciplinair onderzoek willen doen, omdat ik denk dat de samenwerking tussen verschillende disciplines erg belangrijk is.

Merel

Wil je eerst iets over jezelf vertellen?

Ik ben Merel Beek en werk nu zo’n drie jaar als verpleegkundige op de afdeling interne geneeskunde. Op mijn afdeling ben ik medeop-richter van onze werkgroep EBP. Daarnaast ben ik lid van de Journal Club. Momenteel zit ik in het laatste jaar van de masteropleiding verplegingswetenschap aan de Universiteit Utrecht.

Waarom ben je deze opleiding gaan doen?

Al voor het einde van de opleiding hbo-v wist ik dat dit niet het einde van mijn studeercarrière zou zijn. Ik wilde graag meteen door na het behalen van mijn hbo-diploma. Na een half jaar op de afde-ling te hebben gewerkt, ben ik met deze opleiding gestart. Onderzoek heeft me altijd geïnteresseerd, ook tijdens de hbo-v. Veel vervolgopleidingen vond ik niet genoeg toegespitst op weten-schappelijk onderzoek, dat is deze master wel. Dit doe ik in deeltijd, wat ik erg prettig vind. Hierdoor blijf ik ook nog een aantal dagen in de week werkzaam op de afdeling.

Hoe is je werk veranderd door je opleiding?

Ik ben nog kritischer geworden. Ik ben altijd al wel iemand geweest die vragen stelt als: Waarom doen we dit eigenlijk op deze manier? Maar door de opleiding ben ik hier nog kritischer in geworden. Omdat ik graag de zorg verder wil verbeteren. Dat zie je terug op de afdeling, omdat ik de combinatie tussen praktijk en onderzoek kan maken. Ik kan nu meer handen en voeten geven aan deze kritische blik. Zo zit ik een werkgroep EBP op mijn afdeling. Ik bundel alle praktische vraagstukken die collega’s hebben en zoek deze samen met een collega uit bijvoorbeeld door middel van literatuuronder-zoek. Hiervoor worden wij een aantal keer per jaar uit de zorg gepland. Ik merk, doordat we al veel vragen hebben kunnen beant-woorden, dat steeds meer collega’s naar mij toekomen met nog meer vragen. Het heeft een soort sneeuwbaleffect. Hiermee verbe-teren we echt de zorg op de afdeling en beantwoorden we onzeker-heden die leven in het team. Het enthousiasme in het team voor EBP groeit hierdoor ook hard.

Waar ben je verder momenteel mee bezig?

Ik ben momenteel bezig met mijn afstudeeronderzoek, in samen-werking met UMC Utrecht. Hierin richt ik mij op de USD-vragenlijst. Deze vragenlijst wordt gebruikt voor het signaleren en monitoren van veel voorkomende fysieke en emotionele symptomen en wel-bevinden bij palliatieve patiënten. Ik ga retrospectief kijken naar de samenhang tussen verschillende symptomen die patiënten kunnen ervaren tijdens de laatste drie maanden van hun leven en de mate waarin zij hun naasten kunnen loslaten. In de praktijk blijkt dat zorg-verleners het lastig vinden om dit bespreekbaar te maken, daaren-tegen geven patiënten wel aan dat zij hier veel mee bezig zijn en belangrijk vinden om te bespreken. Ook in Rijnstate hebben we veel palliatieve patiënten. Het is heel mooi om de combinatie te kunnen maken tussen leren tijdens de opleiding en ook de zorg in Rijnstate te kunnen verbeteren.

Waar wil je in de toekomst mee verder?

Mijn ideaalbeeld is om in deeltijd me meer bezig te houden met wetenschappelijk onderzoek, omdat ik denk dat de combinatie heel waardevol is. Die combinatie maak ik nu al een beetje met mijn werkgroep EBP, maar wil ik graag verder uitbreiden. Hoe dit er prak-tisch uit moet komen te zien, ben ik nog niet helemaal uit. Ik zou in ieder geval graag in Rijnstate willen blijven werken, omdat ik hier mijn plek wel gevonden heb.

Lonneke

Wil je eerst iets over jezelf vertellen?

Ik ben Lonneke Hendriks, 25 jaar en ik werk nu bijna drie jaar als hbo-verpleegkundige op de longafdeling. Ik heb mijn laatste stage hier gelopen en mocht na de opleiding meteen hier komen werken. Direct na het starten op de longafdeling ben ik ook gestart met de masteropleiding verplegingswetenschap, waarvan ik ondertussen in het laatste jaar zit.

Op de afdeling houd ik mij o.a. bezig met de begeleiding van de ver-pleegkundige onderzoeksstudenten, omdat dit mooi aansluit bij mijn interesses en opleiding. Daarnaast ben ik ook lid van de Journal Club.

Waarom ben je deze opleiding gaan doen?

Ik wilde graag meer verdieping na mijn opleiding en vond het schrijven van mijn scriptie tijdens de hbo-v heel leuk om te doen.

Verpleegkundig onderzoek

Het interessante aan de master verplegingswetenschap vind ik dat het zich richt op de combinatie van onderzoek en praktijk, en dan echt specifiek de verpleegkundige praktijk. Het is ook een bewuste keuze geweest om meteen na het afronden van de hbo-v te starten met de master. Gelukkig had ik al wiskunde op vwo-niveau en kon ik ook meteen starten met de opleiding.

Wat heeft de opleiding je tot nu toe gebracht?

Ik heb al veel casussen vanuit mijn afdeling mee kunnen nemen naar de opleiding en geleerde lessen vanuit de opleiding in kunnen zetten op de afdeling. Ik ben ook een stuk kritischer in mijn werk geworden. Op het gebied van onderzoek, maar ook op het gebied van bijvoorbeeld studentenbegeleiding. De opleiding heeft me geleerd om dingen van verschillende kanten te bekijken.

Bovendien merk ik nu al dat mijn collega’s met alle onderzoek gere-lateerde vragen naar mij toe komen. Zo zijn verpleegkundigen bin-nen onze werkgroepen bezig met verschillende onderwerpen. Ik kijk dan met hen mee of ze een onderzoek op de juiste manier inter-preteren of help hen met zoeken van literatuur. Het leuke aan deze manier van werken is dat meer verpleegkundigen in aanraking komen met onderzoek en we het evidence-based werken op de afdeling samen verbeteren.

Waar ben je verder momenteel mee bezig?

Ik doe momenteel mijn afstudeeronderzoek naar de ervaring van patiënten met COPD met thuismonitoring na vervroegd ontslag vanuit Rijnstate. Momenteel hebben verpleegkundigen vanuit het virtueel zorgcentrum contact met de patiënt gedurende de periode van de thuismonitoring. Ik ga deze zorg evalueren met de patiënten in samenwerking met het virtueel zorgcentrum. Dit is nog niet eer-der gedaan, dus hopelijk levert dit veel waardevolle informatie op. Mogelijk ook voor de andere zorgpaden met thuismonitoring.

Waar wil je in de toekomst mee verder?

Ik zou heel graag binnen Rijnstate een combifunctie willen vervul-len. Ik werk nog niet zo lang als verpleegkundige hier en dat zou ik graag nog willen blijven doen de komende jaren. Binnen deze func-tie kan ik mij ook nog verder ontwikkelen. Ik zou het echter wel graag willen combineren met een functie passend bij mijn master. Dit zou wat mij betreft een combinatie kunnen zijn van mijn werk als verpleegkundige en het uitvoeren van wetenschappelijk ver-pleegkundig onderzoek. Maar andere dingen vind ik ook interes-sant, zoals een functie gericht op kwaliteitsverbeteringen of een functie die zich meer richt op beleid maken.