Wat betekent wetenschappelijk onderzoek voor jou?
Geraline: “Wetenschappelijk onderzoek is mijn passie. Ik vind het belangrijk om jezelf te ontwikkelen zodat je het beste doet voor een bepaalde doelgroep of populatie. Zelf doe ik wetenschappelijk onderzoek vanuit mijn rol als hoogleraar ‘geneeskunde voor mensen met een verstandelijke beperking’ bij de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde aan het Radboudumc. Binnen de geneeskunde ben ik de enige hoogleraar met deze doelgroep als aandachtsgebied. Binnen mijn onderzoeksgroep werken nu ongeveer 35 mensen. We maken gebruik van grote databestanden en kunstmatige intelligentie technieken zoals Machine Learning om incidenten te voorspellen.”
Marcel: “Wetenschap is een essentieel onderdeel van Rijnstate als topklinisch ziekenhuis. Elke specialist is bezig om hier een steentje aan bij te dragen, al dan niet door zelf onderzoek te doen of dit via de vakgroep te faciliteren. Zelf ben ik gepromoveerd op onderzoek naar pancreatitis en lid van de pancreatitis werkgroep Nederland, een landelijk overleg met artsen en promovendi die zich bezighouden met pancreatitis. Samen met Prof. dr. Carine Doggen en promovendus Niels Kant heb ik een studie opgezet waarin we onderzoeken of patiënten met pancreatitis via intensieve thuismonitoring met vervroegd ontslag kunnen.”
Op welke manier is Rijnstate goed bezig met wetenschappelijk onderzoek?
Marcel: “Bij de CMSR heb ik wetenschap in mijn portefeuille. De CMSR faciliteert wetenschap in Rijnstate, bijvoorbeeld met financiële middelen. Rijnstate heeft de afgelopen 5 jaar een enorme stap gemaakt op het gebied van wetenschap. Onze hoogleraren genereren veel onderzoek door hun contacten met de verschillende universiteiten. We kunnen trots zijn op de hoogleraren die we hebben. Maar ook op de samenwerking met de mProve ziekenhuizen. Het zou mooi zijn om de samenwerking met het Radboudumc, de UT en de WUR verder uit te bouwen. Het is vervolgens de vraag hoe we dit in Rijnstate verder kunnen faciliteren en het wetenschappelijk onderzoek nog meer kunnen aanjagen. Om onderzoek te doen is tijd en geld nodig. In Rijnstate ligt de nadruk op patiëntenzorg, dus onderzoek vindt vaak nog plaats in eigen tijd. Sommige vakgroepen faciliteren hierin door tijd vrij te maken voor onderzoek maar dat geldt niet voor alle specialismen. Samen met de Raad van Bestuur kunnen we ervoor zorgen dat het wetenschapsklimaat nog verder verbeterd kan worden door goede randvoorwaarden te scheppen en bijvoorbeeld financiële hobbels te beslechten.”
Geraline: “In Rijnstate doen we veel wetenschappelijk onderzoek en zijn we erg breed in onze onderzoekslijnen. Dat is ook wel een vraagstuk: waar gaan we de komende jaren op inzetten? Verbreden of specialiseren? Ook hebben we een goede infrastructuur om wetenschappelijk onderzoek te doen, onder andere met het Wetenschapsbureau en een transparante financiële projectadministratie. De infrastructuur moet ook faciliterend zijn aan de inhoudelijke keuzes die we maken voor de toekomst; dus ook daar ligt hetzelfde vraagstuk: verbreden of specialiseren?”
Waar zouden we nog verbeteringen kunnen behalen?
Marcel: “Het Radboudumc heeft wetenschap als kerntaak, terwijl Rijnstate zich primair met patiëntenzorg bezighoudt. We kunnen elkaar versterken omdat Rijnstate door de hoge patiënten aantallen beter patiëntgebonden onderzoek kan doen. Onze wetenschappelijke ambities moeten verder komen dan alleen op papier. Het gezamenlijke Promotiefonds (red: zie pagina 7) is een mooi initiatief maar dat leidt mogelijk niet tot structurele samenwerking.”
Geraline: “In ons wetenschappelijk onderzoek zouden we meer en beter gebruik kunnen maken van nieuwe technologieën gericht op AI (kunstmatige intelligentie) en Machine Learning. Hiervoor is een goede data infrastructuur nodig om innovatief wetenschappelijk onderzoek te blijven uitvoeren. Daarbij is het van belang om kennis en expertise uit andere disciplines te integreren met de meer traditionele medische wetenschap. Ook vind ik het belangrijk dat wetenschappelijk onderzoek een plek heeft in onze meerjarenbeleidsstrategie met duidelijke inhoudelijke keuzes.”
Wat zijn jouw ambities voor wetenschappelijk onderzoek in Rijnstate?
Geraline: “Ik wil het wetenschappelijk onderzoek in Rijnstate vormgeven binnen onze opdracht van het topklinisch beleid. Moeten we daarbij vooroplopen? Binnen specifieke onderzoekslijnen moeten we die ambitie zeker hebben. Daarin moeten we bewuste keuzes maken in welke onderzoekslijnen we gaan ondersteunen, op basis van onze strategie.”
Marcel: “Ik wil de samenwerking met onze academische partners voor meerdere vakgroepen bevorderen, en daarmee ook de toename van hoogleraren in Rijnstate. Hoofddoel is gezamenlijk studies initiëren, zowel met de UT, WUR, en Radboudumc.”
Wat doe je zelf om wetenschappelijk onderzoek te bevorderen?
Marcel: “Door mijn eigen onderzoek met Carine Doggen [hoogleraar aan de UT, red] heb ik ervaren dat het leggen van contacten op de UT sneller gaat; de lijntjes zijn veel korter, wat ten goede komt aan het wetenschappelijk onderzoek. Vanuit mijn eigen vakgroep MDL proberen we samen te werken met het Radboudumc, maar er zijn factoren waardoor dit lastig van de grond komt; onder andere omdat de promotiepremie bij een afgerond promotieonderzoek niet deels ten goede komt aan Rijnstate.”
Geraline: “Ik zie het als mijn taak om te zorgen dat wetenschappelijk onderzoek in de meerjarenbeleidsvisie terugkomt. Daarnaast wil ik de kennis van mijn eigen onderzoeksnetwerk als hoogleraar koppelen aan het wetenschappelijk onderzoek in Rijnstate.”
Hoe zouden we onze positie in de regio kunnen verbeteren, in lijn met de ambities uit het Integraal Zorgakkoord (IZA)?
Geraline: “Ik vraag me af of dit op wetenschappelijk onderzoek zou moeten. Op het gebied van de zorg is samenwerking met huisartsen en VVT (Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg) essentieel. Wat betreft wetenschappelijk onderzoek willen we meer samen onderzoek doen met het Radboudumc. Door meer gezamenlijke onderzoekslijnen op te zetten, kunnen we elkaars aanvullende expertise beter benutten om de patiëntenzorg te optimaliseren.”
Marcel: “Het Integraal Zorgakkoord is opdracht voor Rijnstate. Met passende zorg en in samenwerking met de eerste lijn beogen we om meer zorg te verplaatsen vanuit het ziekenhuis naar thuis, als dat kan. Bijvoorbeeld via ons project Pancreatitis at home i.s.m. het Virtueel zorgcentrum. Om wetenschap naar de thuissituatie te brengen is een rol voor de eerste lijn weggelegd. Nu is er geen aparte wetenschapspoot bij de huisartsen, en is het afhankelijk van de individuele initiatieven.”
Vraag van Marcel aan Geraline: “Waar legt Geraline haar accent om de wetenschappelijke samenwerking met het Radboudumc te versterken?”
Geraline: “Daar liggen zeker kansen! We hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Radboudumc om de wetenschappelijke samenwerking te intensiveren. Dit betekent ook dat we bijvoorbeeld over 5 jaar meer gezamenlijke onderzoekslijnen hebben. Er is ‘added value’ naar beide kanten bij een goede samenwerking. Ik zal dit ook een plek geven in de meerjarenstrategie van Rijnstate.”
Vraag van Geraline aan Marcel: “Hoe kan jouw onderzoek (e.g. pancreatitis studie) met andere technieken dan standaard bijdragen aan de strategie van Rijnstate?”
Marcel: “Met behulp van data en Machine Learning willen we tot een beter voorspelmodel komen voor het beloop van de acute pancreatitis. Met als ultieme doel om patiënten eerder naar huis te laten gaan met zorg vanuit het virtueel zorgcentrum. De uitkomsten voor pancreatitis kunnen als voorbeeld dienen om voor andere aandoeningen/ziektes tot voorspelmodellen te komen. Dus verdere, veilige uitrol van ziekenhuis verplaatste zorg naar thuis. Dit alles leidt dus tot meer passende zorg wat een essentieel thema is binnen het IZA, mProve en Rijnstate.”


![Even voorstellen (Nathalie Mulder) Rijnstate 2024_1 zonder adv Image[15]](https://rijnstate.mpodemo.nl/wp-content/uploads/2024/09/Rijnstate-2024_1-zonder-adv-Image15-150x150.jpg)
